Arbeidsmobiliteit en wonen. Flexibele woonlocaties en de investeringsmogelijkheid.

Brano Glumac, Jos Smeets

Research output: Chapter in Book/Report/Conference proceedingChapterpeer-review

Abstract

Het eigendom van vastgoed zal in de huidige situatie niet helemaal stroken met de trends op het gebied van de toenemende arbeidsmobiliteit. De verscheidenheid van de arbeidsmigranten is altijd een interessante aanleiding geweest om de huisvesting van de arbeidsmigranten te onderzoeken. Hoewel nieuwe concepten als antwoord op deze trend in het verleden nogal beperkt bleven krijgt het vakgebied pas de laatste tijd nieuwe invalshoeken. De arbeidsmobiliteit is een onderwerp dat vooral in de sociale wetenschap wordt behandeld. Sennet (1998) poneerde dat: ?A change in modern institutional structure has accompanied short-term, contract or episodic labor.? Vervolgens suggereerde Sennet (1998) dat wanneer een organisatie verandert van een piramideachtige structuur naar een netwerkstructuur dat ten koste gaat van de creativiteit. Daarbij worden bedrijven beëindigd of samengevoegd, waardoor werk al of niet verdwijnt. De toegenomen mobiliteit toont grofweg aan dat er nu meer mensen dan ooit in het buitenland wonen. In 2013 vertrokken 232 miljoen mensen naar het buitenland (UN2013). De hoeveelheid migranten vermeerderde zich met gemiddeld 1,2 percent per jaar (UN) in de afgelopen jaren waarbij Europa de meeste migranten opnam. Welgeteld waren er in 2013: 72 miljoen internationale migranten woonachtig in Europa (UN 2013). Een ander onderzoek vermeldt dat er 34,3 miljoen geregistreerde vreemdelingen in de EU wonen (Eurostat 2013). De term: migrant of vreemdeling kan immers verschillend geïnterpreteerd worden. Er staan echter ook 50,2 miljoen migranten in de UN database geregistreerd met een EU burgerschap terwijl ze in een ander land geboren zijn (Eurostat 2013). Dit roept de vraag op naar de verschillen in de typen migranten. De meeste woonoplossingen voor de verschillende soorten migranten zijn in de vorm van een bepaalde huisvesting of bepaald woonconcept. In principe zijn er twee opties die men kan kiezen: huren of kopen. Karakteristiek voor de Europese huizenmarkt is de aanwezigheid van zowel (sociale) huurwoningen als woningen in eigendom. Huren levert flexibiliteit op of in ieder geval de mogelijkheid om frequent te veranderen van plaats. Een woning huren geeft echter geen enkele mogelijkheid om te investeren in vastgoed. Indien de bewoners wel kiezen om op de lange termijn te investeren in vastgoed, worden hun mogelijkheden om te verhuizen echter kleiner. Ofschoon de trend om voor het werk te verhuizen in de moderne samenleving terug te voeren is naar de eerste grote emigraties in de 19de eeuw, zijn niet veel woonconcepten hiervoor interessant. Nog niet zo lang geleden is er een timesharing concept gelanceerd dat gebruikt wordt als alternatief om een tweede huis te bezitten (Gray 1973). Ook het concept voor hotels voor langdurig verblijf is interessant om hier te vermelden (Geieregger and Oehmichen 2008). Ofschoon beide concepten de mogelijkheid vergroten om van woonplaats te kunnen veranderen, geven die dan weer geen mogelijkheden om te investeren. Dit hoofdstuk zal de bestaande flexibele huisvestingsconcepten die passen bij de behoeftes van verschillende soorten arbeidsmigranten uitwerken en nieuwe perspectieven geven.
Original languageDutch
Title of host publicationWonen: Discoursen, praktijken, perspectieven
EditorsJ.J.A.M. Smeets, W.J.M. Heijs , M.I.K. Leussink
Place of PublicationEindohven
PublisherTechnische Universiteit Eindhoven
Pages193-204
Number of pages0
ISBN (Print)978-90386-4159-1
Publication statusPublished - 2016

Keywords

  • arbeidsmobiliteit
  • typen huisvestingsmogelijkheden
  • typen migranten

Cite this